Bij de molenaar
de Rietveldse molen vanaf de Papenvaart (2023)

Vanaf grote afstand kan je de trotse Rietveldse molen zien draaien, iedere eerste zaterdag van de maand. Want dan is het molendraaidag.  Hij maalt het water uit de Rietveldse vaart naar de Papenvaart. In vroegere tijden werd het water via deze vaart afgevoerd naar de Rijn, maar zo’n halve eeuw geleden is dat veranderd. De molen maalt tegenwoordig ‘in circuit’, dat wil zeggen dat het opgepompte water via de wateroverloop in de Papenvaart weer terugvloeit het Rietveld in.

Ik ontmoet Ad Brekelmans, die al weer bijna 40 jaar molenaar is van de Rietveldse molen. Aanwezig zijn ook zijn vriendin Kitty en Helma van Zwieten. Helma is ook molenaar; als 2e molenaar van de Rietveldse molen kan zij Ad vervangen en biedt zij soms assistentie. Zelf is zij molenaar van de korenmolen De Haas in Benthuizen.

Tijdens de molendag, in mei jongstleden, hadden we een afspraak gemaakt voor een bezichtiging en een gesprek, later in het jaar. Vandaar dus onlangs mijn bezoek.

 Mini-boerderijtje

Eerst leidt molenaar Ad mij naar het zogenoemde ‘zomerhuisje’ naast de molen.

Dit huisje, een bouwval, heeft de indeling van een mini-boerderij. De helft van het bijna vierkante huisje is een koeienstal, compleet met kleine mestgoot. En de andere helft en met eigen ingang is een woongedeelte met een huiskamer en een aparte kookplek. Op oude foto’s zie je naast het karakteristieke huisje ook steeds een kleine hooiberg staan. Het kan bijna niet anders dan dat de Rietveldse molenaar in vroegere tijden parttime boer was.

Brekelmans vertelt dat hij het huisje jaren geleden van een definitieve ondergang heeft gered door het pannendak te herstellen. En inmiddels is er hoop op definitief herstel. Erfgoed Zuid Holland is langs geweest om te bekijken of het huisje via subsidies weer in de oorspronkelijke staat te renoveren is.

In de molenwoning

We lopen naar de molen, terwijl de wieken ronddraaien. Bij binnenkomst komen we eerst in het woongedeelte, klein en deels nog oorspronkelijk. De molenaar huurt dit woonverblijf van de Rijnlandse molenstichting die eigenaar is van de molen. Het huiskamertje is betimmerd met brede geverfde planken. Wat vooral opvalt is de bedstee uit 1648, het bouwjaar van de molen. Vanwege de lengte kan daarin alleen zittend worden geslapen. Gelukkig is er elders nog een slaapvertrek. Terwijl Kitty voor de koffie zorgt, vertelt Ad (68) dat hij oorspronkelijk uit Brabant komt. Zijn opa was molenaar in Waspik. Zelf heeft hij de tuinbouwschool gedaan en deed hij later de molenaarsopleiding. Voordat hij op de Rietveldse molen kwam, was hij 5 jaar molenaar van de Rooie Wip.

molenaar Ad Brekelmans vertelt….

Fotograferen van het privévertrek mag helaas niet, ”want privé blijft privé.”

De trappen op

Vervolgens gaan we de romp van de molen in en via de open trappen omhoog. Niet echt geschikt voor mensen met hoogtevrees. Ondertussen vertelt de molenaar over zijn molen, met grote kennis en veel technische details. We gaan tot in de nok van de molen, 3 etages hoog. Wel oppassen waar je loopt, vooral bovenin met draaiende raderen en hier en daar een open luik. Onderweg horen we het getik van een teller: die telt het aantal omwentelingen van het molenrad. De molenstichting krijgt een vergoeding van de provincie Zuid Holland op basis van het aantal getelde omwentelingen.  Zachtjes voel je de vloeren trillen, het gevolg van de draaiende wieken. Hoewel de molen ‘met een paarhonderd palen gefundeerd is op kleef’ is hij toch iets verzakt en helt hij zo’n 14 cm over naar het zuiden. Dit is het gevolg van een ongelijke verdeling van het gewicht. De zachte bodem en verzakkingen hebben ook op andere manieren een rol gespeeld in het bestaan van de molen. Als een van de voorbeelden noemt Ad de problemen rond het scheprad. Dat moest in het verleden reeds enkele keren verlaagd worden omdat de omringende Rietveldse polder flink was gezakt. Bij dergelijke reparaties en bij de grote renovaties wordt een van de landelijke molenbouwers ingeschakeld met zware en speciale apparatuur. De kleinere reparaties en het regulier onderhoud verricht de molenaar zelf. Zijn molenaarsopleiding, technisch inzicht en handigheid – dat laatste volgens vriendin Kitty – stellen hem daartoe in staat.

Het fotograferen van de binnenkant van de molen leverde geen mooie plaatjes op; hooguit wat detailfoto’s. Daarom hierbij ook een schets van de dwarsdoorsnede. Duidelijk te zien is het scheprad met de 2 waterniveaus , de heipalen, de drie etages, het boven- en het buitenwerk. De benamingen zijn wat moeilijk leesbaar; hiervoor moet u de foto groter maken. (De schets is te vinden op het monumentbord van de Rietveldse molen) aan de Ten Heuvelhofweg.

Elektromotor

Dan komt iets ter sprake, dat mij nog onbekend was: De Rietveldse molen blijkt een tijdlang mede te zijn aangedreven door een grote Erikson elektromotor, waarmee het dus een hybride molen werd. De motor werd in de jaren 20 van de vorige eeuw geplaatst omdat de Rietveldse molen in die tijd ook tot taak had gekregen de Hoornse polder te bemalen. Deze is gelegen tussen het Spookverlaat en de Rijn. De molen van die polder had het namelijk begeven en was onherstelbaar. Om het bemalen vanuit het Rietveld mogelijk te maken, werden de twee waterniveaus van de polders met elkaar verbonden. De extra taak betekende dat de Rietveldse molen heel vaak moest gaan malen, ook als er geen wind was. In die weersomstandigheid deed de electromotor dus zijn werk.

De komst van de elektromotor was een zegen voor de Rietvelders. De woningen en boerderijen in het vaardorp konden vanaf dat moment ook worden aangesloten op de elektriciteitsleiding naar de molen en hadden zo een jaar eerder elektriciteit dan Hazerswoude dorp. Dat was opvallend omdat men gewend was dat de aanleg van nutsvoorzieningen in het Rietveld doorgaans lang achterwege bleef in vergelijking met de omgeving. Maar nu was het anders: De boeren in het Rietveld zagen het licht, terwijl de bewoners van het dorp nog in het donker zaten!

Vanaf 1966 was de electromotor niet meer nodig. In dat jaar werd in de Hoornse polder een krachtig gemaal in werking gesteld en wel op de plek van de afgebroken Hoornse molen (achter de huidige ‘Bosrand’). Dit gemaal ging de bemaling van de beide polders overnemen van de Rietveldse molen. De Hoornse polder en de polder het Rietveld werden vervolgens samengevoegd tot de Riethoornse polder.

Het jaar erop kwam de Rietveldse molen in eigendom van de Rijnlandse molenstichting. Deze liet de molen in 1972 grondig renoveren. De electromotor werd daarbij verwijderd, waardoor de hybride molen weer de oorspronkelijke windmolen werd. De Rietveldse molen bleef wel malen, maar nu dus alleen ‘in circuit’, nadat de wateroverslag gemaakt was in de Papenvaart. Op iedere eerste zaterdag van de maand en nog wat andere dagen ziet u hem trots malen..

De Rietveldse molen is open voor bezoek tijdens de jaarlijkse molendag en op monumentendag.

Als toegift bij deze blog de prachtige zomerse foto van de Rietveldse molen gemaakt door fotograaf Dirk Koster uit Alphen (2021).