Ontstaan Kruiskade

Bij de vorming van de Hoornse polder (aan de Rijn) werd in 1470 aan de zuidzijde van deze polder de Kruiskade aangelegd. De polder het Rietveld bestond toen nog niet. Maar na 1648, toen ook de Rietveldse polder was ontstaan, vormde de Kruiskade de waterscheiding tussen deze twee polders. Beide polders, de Hoorn en het Rietveld, hadden daarna eeuwenlang hun eigen waterniveau en hun eigen molens die het water naar de Rijn maalden. Dat veranderde in 1966 toen een gemaal aan de Rijn – gebouwd op de plek van de Hoornse molen – deze functie van beide polders overnam. De Hoorse en de Rietveldse polder werden vanaf toen samengevoegd tot de Riethoornse polder.

De Kruiskade is altijd een houtkade geweest, dus met hout begroeid dat nodig was als geriefhout. De kade is destijds ontstaan door twee scheisloten te graven, parallel op ongeveer 12 meter afstand. Met de grond uit deze sloten werd de tussenliggende kade gevormd. Aan de noordzijde van de kade – dus in de Hoornse polder – ligt de scheisloot die wordt aangeduid met de Dwarswetering (ook wel Dwarswatering genoemd). Deze wetering was via een klein sluisje (verlaat) aangesloten op de Papenvaart. En die kwam weer uit op de Rijn. Het verlaat is ongeveer 60 jaar geleden verwijderd.

Bewoning

Aan de Kruiskade zijn in de tweede helft van de 19e eeuw drie boerderijen ontstaan. Waarschijnlijk had dit te maken met de aanleg van de spoorlijn Leiden – Woerden in 1878, waardoor boerderijen aan de Rijndijk afgesneden werden van hun weidegrond. De drie boerderijen werden opgericht aan de zuidzijde van de Kruiskade, dus in de Rietveldse polder. Om de woningen bereikbaar te maken werd een eigen pad van 1,5 km aangelegd vanaf de Rijndijk. Dit toegangspad -“een karrespoor met hekken die je telkens moest opendoen” – heeft een eeuw lang dienst gedaan tot 1980.

De bewoners van de Kruiskade moesten het lange tijd stellen zonder nutsvoorzieningen. Ouderen onder hen kunnen het zich nog goed herinneren: “Water dronken we uit de regenput, voor licht waren we aangewezen op kaarsen en de gaslamp. En voor het koken hadden we oliestelletjes en een gasfles.” Vanaf 1965 hadden de bewoners leidingwater (besluit gemeenteraad 30/10/64). Twee jaar later was er telefoon en vier jaar later – in 1969 – had de Kruiskade elektriciteit.

Ruilverkaveling

Vanaf 1980 werd de Kruiskade ook fysiek beter bereikbaar. Rond die tijd vond de ruilverkaveling Rijnstreek-Zuid plaats. In dat kader werden (oost-west)ontsluitingswegen aangelegd aan weerszijden van de Gemeneweg , waardoor het weidegebied werd open gelegd, nieuwe boerderijen konden worden gebouwd en bestaande boerderijen en landerijen beter bereikbaar werden. De boerderijen aan Kruiskade kon vanaf die tijd bereikt worden over de Galgweg en het Spookverlaat. Het eigen toegangspad vanaf de Rijndijk was overbodig geworden.

Maar dat was niet het enige. In samenhang met de ruilverkaveling vond ook natuurcompensatie plaats. Een langgerekt gebied rond de Kruiskade kreeg een groenbestemming en werd geherwaardeerd met o.a. bosaanplant en uitbreiding van waterpartijen. De oude Kruiskade, ruim 1300 m lang vanaf de Compierekade tot aan de Papenvaart, ligt daar midden in. Dit prachtige natuurgebied van 25 ha groot kreeg de naam ‘het Spookverlaat’ evenals de weg die er langs ligt. Dit Spookverlaat kwam in 1990 in eigendom van Staatsbosbeheer; deze organisatie verzorgt het onderhoud.  Maar ook de vogelwerkgroep Koudekerk/Hazerswoude e.o. heeft daar een belangrijke rol in. De vogelkijkhut en het ooievaarsnest in het Spookverlaat zijn geplaatst door en in eigendom van deze vogelwerkgroep. 

Natuurgebied het Spookverlaat:

De naam SPOOKVERLAAT

Met de naam ‘Spookverlaat’ wordt sinds de ruilverkaveling zowel de weg als het natuurgebied aangeduid. Het is niet echt een heel oude naam. We komen hem voor het eerst tegen halverwege de 19eeeuw. De naam verwijst naar een legende die zich rond het verlaat (sluisje) tussen de Papenvaart en de Dwarswetering) heeft afgespeeld. Centraal daarin staan de geliefden Amalia en Frederik. Hun liefdesspel speelde zich af tijdens een zwoele zaterdagavond; het was al schemerig. Zoenend en strelend en gezeten op de rand van het verlaat verloren zij zich in elkander. Maar plotseling liet Frederik merken meer te willen, hij was opgewonden. Amalia, geschrokken van zoveel doortastendheid, riep ‘Wat doe je nou?’ en “Blijf van mij àf!” En bij het woord ‘àf’ gaf zij haar minnaar een flinke duw. Die tuimelde vervolgens achterover in het diepe sluiswater. Toen voltrok zich een drama, want geen van beiden kon zwemmen. Hij riep om haar en om haar hulp, en ook zij riep om hulp, radeloos, reddeloos. Niemand hoorde hen! Spoedig verdween Frederik naar de diepte en kwam niet meer boven. Daarna zag zij alleen nog maar zijn strohoed drijven. Amalia kreeg spijt, veel spijt naderhand. Zij was gebroken en ontwikkelde zich daarna steeds meer tot een getroebleerde en melancholische vrouw. Artsen konden haar niet helpen. Vaak op de zaterdagavond werd zij gedreven naar het verlaat, alsof een onzichtbare hand haar meenam. Daar hoorde ze dan een bekende stem, smekend en hol vanuit de diepte: “Amalia, Amalia, bemint gij mij?”  Maar zij was niet de enige; ook anderen begonnen zich te melden. Ook zij meenden het geroep van Frederik gehoord te hebben……..Het verlaat werd steeds meer een Spookverlaat.

Foto uit 1930 van het verlaat tussen de Dwarswetering en de Papenvaart, die het spookverlaat werd genoemd.

Het sluisje (2.90 x 5.75 m) werd gereno-veerd in 1901 door molenmaker J. Dekker . Na de renovatie betaalde de Hoornse polder 50 euro per jaar onderhoudskosten aan de Rietveldse polder die eigenaar was. In 1960 werd het sluisje gesloopt.

Een wandeling

Over de Kruiskade in het Spookverlaat is een natuurpad aangelegd en kunt u wandelen door dit groene paradijs. Maar heeft u wat meer tijd dan kunt u een rondwandeling van 6 km maken over de drie kades rond de (voorheen) Rietveldse polder en langs het vaardorp. Deze wandeling staat beschreven in de wandelroute “De kades om het Rietveld”, elders op deze site.