Op de kaart van 1615 zien we dat er toen al bewoning was in het Rietveld. In hoofdzaak zullen dit eendenkooikers geweest zijn, gezien het grote aantal eendenkooien. De huidige oudere woningen en boerderijen dateren vrijwel allemaal van de 2e helft van de 19e eeuw, vaak rond 1880.
Toch zijn er twee woningen die beduidend ouder zijn. De eerste is de boerderij op de foto hiernaast. Hij staat achter Rietveld 11 aan de zijvaart naar het zogenoemde ‘wijde gat’. Het was ooit een boerderij met woonruimte en we weten zelfs wie de laatste bewoners waren, namelijk de familie N. van den Bosch. Zij hebben de boerderij zo’n 100 jaar geleden verlaten. Sindsdien doet deze boerderij -meermalen opgelapt- dienst als boerenschuur en dat is dan ook de enige reden dat hij er nog staat. Hoe oud deze voormalige boerderij is weten we niet; in elk geval ouder dan het huisje dat ervoor staat, aan de Rietveldse vaart.
Maar ook dat huisje – Rietveld 11 – is oud. Voormalige bewoners schatten het op 200 jaar. Rietveld 11 (zie pentekening) was waarschijnlijk ooit een daglonerswoning; er stond een geitenhok tegenaan. Later werd het een boerderijwoning, met aan weerszijden uitbouwen.
De ouders van Han van Meurs (oprichter van Klein Giethoorn) zijn hier gaan wonen rond 1880. Het huisje stond op dat moment al enige tijd leeg en was naar verluid ‘toen al een oud huisje’. Rietveld 11 is 35 jaar geleden grondig gerenoveerd.
Lepelzucht. Het leven van Jan van Meurs en zijn vrouw Appolonia aan het Rietveld 11 was hard en loodzwaar, zo is te lezen in de levensbeschrijving van hun kleinkind Nel. Samen kregen zij 14 kinderen naast enkele miskramen. Van deze 14 zijn er maar liefst 7 gestorven aan de “lepelzucht”, oftewel de honger. Zoon Han van Meurs, later oprichter van Klein Giethoorn, was pas de 3e Han die uiteindelijk bleef leven.
Zijn vader ploeterde en sjouwde bij de ‘meestal rijke boeren’ van ’s morgens 4 uur tot soms wel 8 uur in de avond. En dat voor een loontje van 5 à 6 gulden per week. Vaak kreeg hij na de zomer te horen dat er geen werk was en dat hij maar naar het Armenbestuur (van de kerk) moest. Dat betekende dat er nog minder te besteden was. De kachel ging maar een keer per week even aan en wel op de zaterdagavond na het werk (als dat er was). Verder werd er veel kou en honger geleden. Toen Han 8 jaar was moest hij al meehelpen met alles wat er maar te doen was: Alle beetjes hielpen immers.
Met zijn zusjes en broertjes ging het vaak zo: Er kwam er een en er ging er een. En als er eentje ging, dan ging er een dekentje omheen en gingen de beide ouders ermee naar het kerkhof in het dorp. Met de roeiboot of soms ook lopend in de winter, als er ijs lag.
Jan van Meurs is niet oud geworden: 54 jaar.