Het begin: de Kerkvaart

Een mooi en authentiek stukje Hazerswoude ligt tussen de Oostvaart en de Rietveldse molen. Waar twee vaarten parallel aan elkaar liggen, te weten de Kerkvaart en ernaast een voormalige boezemvaart. Met een dijk ertussen die we tegenwoordig het Kerkvaartpad noemen. Je kunt hier heerlijk wandelen en prachtige foto’s maken. Maar wist u dat de Kerkvaart eeuwenoud is en ooit doorliep tot in Alphen?

De Kerkvaart en ernaast het Kerkvaartpad in 1955

De ontginning van het Rietveld begon met het graven van de Kerckvaert, hoogstwaarschijnlijk al in de 13e eeuw. De vaart was bedoeld als afwatering en als ontginningsbasis voor het omliggende vochtige gebied. En natuurlijk ook als waterweg door het gebied, voor bewoners en werkenden. De Kerkvaart liep toen vanaf de Oostvaert in Hazerswoude tot aan ‘den Tougang’ (Toegangse wetering) in Alphen.   

Aanleg Compierekade

Dat zou in 1522 veranderen toen de Compierekade werd aangelegd. Deze kade ging, precies op de grens tussen Alphen en Hazerswoude, dwars door het natte Rietveld en dus ook door de Kerkvaart. Vanaf die tijd had Alphen zijn eigen Rietveld. Deze polder werd vanaf 1530 bemalen door een molen aan de Gouwe. Ook in het Alphense Rietveld werd nog enige tijd gevaren. Maar dat werd steeds minder omdat de Kerkvaart aldaar geleidelijk aan werd gedempt en veranderde in een pad. Het huidige Rietveldsepad – met knik – volgt precies de loop van de Kerkvaart uit die tijd. Aan de kant van Hazerswoude bleef de Kerkvaart wat zij was: de ontginningsbasis voor het omliggende gebied en steeds meer de toegangsvaart naar de aanliggende boerderijen en woningen. Op de kaart van 1615 zien we reeds een aantal woningen, ongeveer in het midden van het huidige Rietveld. Dit waren eerste bewoners. Waarschijnlijk vonden zij hun middelen van bestaan vooral in de vele eendenkooien die het gebied rijk was.

De Rietveldse Vaart

Toen een aantal kleine polders samengingen in de polder Het Rietveld werd voor de bemaling in 1648 de Rietveldse molen gebouwd. Met met ernaast – in de Kerkvaart – een verlaat. De vaart achter de sluis en in de nieuwe polder tot aan de Compierekade ging vanaf dat moment de Rietveldsche Vaert heten. Er bleef dus nog maar een klein stukje Kerkvaart over, namelijk tussen de Rietveldse sluis en de Oostvaart. Ook op dit laatste stukje verdween de naam Kerkvaart, zij het tijdelijk. We zien daar de naam ‘de Vliet’ verschijnen op enkele kaarten uit de 18e en 19e eeuw. Maar later komt de naam Kerkvaart ineens weer terug. Parallel aan het overgebleven stukje Kerkvaart ligt nog een vaart, maar die is niet zo oud. Het gaat hier om een boezemvaart die ruim honderd jaar geleden gegraven werd.

Boezemvaart

Aan het begin van deze boezemvaart, de bocht om rechts (over de Voorweg), stonden vanaf 1760 zes molens water op te malen uit de Noordplas, die droog moest. Eerst stroomde het water via deze boezem bij de Rietveldse molen de Kerkvaart in. Later – in 1774 -werd de boezem verlengd parallel aan de Kerkvaart. Aan het eind werd een duiker gegraven onder de Kerkvaart door naar de molengang van 2 molens aan de Oostvaart. Zo kon het restant vuile water uit de Noordplas rechtstreeks geleid worden naar de Oostvaart. En bleef het dorpswater dus schoon. Een vroeg waterbouwkundig hoogstandje! Lopend over het Kerkvaartpad ligt, kijkend naar het Dorp, de diepe Boterpolder voor u op -5 NAP. Deze polder kwam in 1815 droog door deze te verbinden met de Noordplaspolder via een duiker onder de Voorweg door. De eigen (wip)molen Windlust, die nabij de kaasboerderij stond, was toen niet meer nodig. De molen werd vervolgens overgeplaatst naar de Dorpsstraat. Daar doet hij onder de naam Nieuw Leven nog steeds dienst als korenmolen.

Kerkvaartpad

De dijk tussen de Kerkvaart en de parallel gelegen vaart ontwikkelde zich in de loop der jaren steeds meer tot een pad. Rietvelders liepen er vaak in hun klompen over heen, bij het pad van Mourits bogen zij dan linksaf op weg naar het Dorp. Ook was het de route van de kinderen van het Rietveld die zo naar school gingen. In 2001 liet de gemeente – die eigenaar was geworden – het pad asfalteren en kreeg het ook een vanzelfsprekende naam: het Kerkvaartpad. Langzamerhand ontwikkelde dit overgebleven deel van de Kerkvaart zich tot een prachtig stukje natuur aan het Rietveld.