Antoon Stolwijk

Het moet rond 1995 geweest zijn dat Antoon Stolwijk en zijn dochter Nelleke hun roeiboot aanlegden bij ons huis in het vaardorp op nr.11. Of ze even een kijkje mochten nemen. Antoon was hier namelijk geboren in 1921 en had hier gedurende zijn gehele jeugd gewoond. Terwijl hij rondliep in ons huis vertelde hij: ‘hier was nog een tweede bedstee; hier kookten we op petroleum en daar, door die klep, wasten wij ons in het Rietveldse water’. Dit alles deed hem denken aan zijn jeugd. Plotseling begon hij te vertellen over het grote drama dat hem als kind overkomen was.

Een drama

Nog maar 4 jaar oud kwam zijn vader Piet Stolwijk onverhoeds te overlijden. Het was het gevolg van een hartstilstand. De dood van zijn vader maakte diepe indruk op de kleine Antoon. Op de dag van de begrafenis werd de kist met daarin zijn vader op een schouw geladen en richting het dorp gevaren. Antoon bleef alleen achter en in de verte hoorde hij de doodsklokken luiden. Dat moment: de wegvarende kist met zijn vader, het geluid van de doodsklokken en het alleen achterblijven – hij vertelde erover, emotioneel, alsof het nog maar kort geleden was.

Het wegvallen van vader had ernstige gevolgen voor het hele gezin, bestaande uit Antoon, zijn broertje Arie(7) en moeder Maria. Er was niet alleen het emotionele verlies van vader en echtgenoot, maar ook het verlies van de kostwinner. Het gezin kwam dus zonder inkomsten; sociale voorzieningen waren er nog niet. Wel werd een beroep gedaan op de kerk, maar dat leverde niet veel op. Ook familieleden sprongen soms bij. Maria bezuinigde op vrijwel alles, maar het hielp niet. Het gezin verarmde steeds meer, er werd honger geleden.

Er kwam hulp

Antoon vertelde dat tijdens dat dieptepunt Cees Stolwijk, de broer van Piet, de helpende hand toestak. Hij – nog vrijgezel – kwam bij zijn schoonzus inwonen om te proberen ‘het armzalige gedoetje voor de totale ondergang te behoeden’. Na een paar jaar is Maria met haar zwager Cees getrouwd (1930) en was het gezin weer compleet. Er kwam zelfs nog een broertje bij, Piet, vernoemd naar de overleden man van Maria.

Het tweede huwelijk van Maria was ook weer van relatief korte duur. Na 13 jaar overleed haar man Cees, wederom als gevolg van een zwak hart. Maria bleef weer alleen achter; zoontje Piet was toen 11 jaar. Antoon en Arie waren inmiddels al volwassen (22 en 25 jaar) en werkzaam in de boomkwekerij. Dat zorgde ervoor dat het opnieuw overlijden van het hoofd van het gezin weliswaar heel verdrietig was, maar deze keer minder impact had.

Oma babbelaar

Moeder en later oma Maria is nog lang in het huisje in het Rietveld blijven wonen, namelijk tot 1960. Al die tijd woonde zij er gezellig samen met haar zoon Piet en vanaf 1955 ook met haar schoondochter Bep. Speciaal voor dit jonge paar werd een stukje aan het huis gebouwd (zie foto).

In de 50er jaren kwamen regelmatig kleinkinderen op bezoek. Vooral Antoon kreeg een groot gezin en zijn oudste kinderen waren altijd graag bij oma Maria. Ook bij de kinderen in het Rietveld was Maria populair, zij noemden haar ‘oma babbelaar’ omdat zij altijd zo’n snoepje voor hen had.

Oma Maria met 9 kleinkinderen in 1957

In contact met de familie

Met de kinderen van Antoon kregen wijzelf de afgelopen jaren ook contact. Zoals met Cees en zijn vrouw Bernadette. Zij kwamen zelfs een keer logeren, een weekje in ons tuinhuis. Cees vertelde hoe bijzonder het vroeger was om bij oma in het Rietveld te logeren.

 “Het was er heerlijk rustig waar je uitsluitend het tikken van de klok hoorde. Buiten was het ‘s avonds pikkedonker omdat er geen buitenverlichting (lantaarnpalen) was zoals in de bebouwde kom. De kleinkinderen die regelmatig kwamen logeren, kregen alle aandacht van oma. We speelden er ganzenborden en mens erger je niet. Op zolder werd geslapen of men lag naast oma in de bedstee. ‘s Morgens werd je wakker van het geluid van de piepende roeiboten. Al heel vroeg vervoerden de boeren hun melkbussen en de tuinders gingen naar hun werk. Ook de koerende duiven was een geluid dat nog steeds bij ons naar boven komt als we terugdenken aan het logeren in het Rietveld. Het wassen in de ochtend en avond gebeurde in het boenhok van waaruit je bij het slootwater kon komen. De vissen zag je in het heldere en schone water zwemmen.’’

Ook broer Richard kwam bij ons langs, hij bracht het ‘familiedocument’ met zich mee, met levensbeschrijvingen van de gehele familie Stolwijk: opa’s en oma, vader Antoon en moeder Rie (Boere) en alle levens van de 12 kinderen. Geschreven door de kinderen zelf onder de redactie van de tweeling Cees en Marjan. Wij vonden het een zeer indrukwekkend en mooi geschreven boekwerk, om als familie trots op te zijn.

Grafsteen

Eind vorig jaar kwam deze vraag van Cees: ‘Het graf van mij vader Antoon wordt geruimd en nu blijft de grafsteen over. Zou hij bij jullie in de tuin mogen staan? Dit is tenslotte zijn geboortegrond’. Na enig nadenken vonden we het wel een goed idee. Zo’n bewogen leven en zo’n bijzonder verhaal, het is mooi om zo’n steen neer te leggen bij het huis waar het allemaal begonnen is. Dat maakt de cirkel rond.

Op een mistige dag in februari werd de steen gebracht door de broers Aad en Ton. En tegen de zomer kreeg de steen zijn definitieve plaats op een rustige plek in onze tuin. Aan de familie Stolwijk hebben wij gezegd dat zij welkom zijn om de steen en het huis van  Antoon en Maria te bezoeken. Als een soort bedevaartsplek voor de familie.